Wie is Linkse Liefde? #2

‘Je moet de rol van linkse politieke partijen niet overschatten’

Naast de maandelijkse publieke debatten van Linkse Liefde plaatsen we op deze website af en toe artikelen van eigen hand, geschreven door de interne Linkse Liefde redactie.

Linkse Liefde is ‘een initiatief in verwarrende tijden’ en ‘wil een bijdrage leveren aan een herleving van deze idealen’, zoals in de korte beginselverklaring te lezen valt. Maar wie is Linkse Liefde, wat betekent ‘links’ zijn en hoe zetten we linkse idealen weer op de agenda, in een periode waarin het juist de andere kant op lijkt te waaien?

We voerden een gesprek hierover met een drietal activisten die bij de oprichting van Linkse Liefde betrokken zijn: cultureel antropoloog Paul Mepschen (1976), de voormalig hoofdredacteur van SP-blad Tribune Herman Beekers (1951), en politicologe Saskia Boumans (1975). Herinneringen aan links in eerdere decennia, verklaringen voor de krimp van links en ideeën over de toekomst: het gesprek ging, gelukkig maar, allerlei kanten op. Je kan je eigen reactie achterlaten onderaan het artikel.

Waarom zijn jullie op een bepaald moment in jullie leven de linkse, antikapitalistische beweging ingestapt?

PAUL: Toen ik een jaar of 13 of 14 was raakte ik geïnteresseerd in antimilitarisme, misschien door de muziek die ik luisterde. Ik begon veel te lezen en maakte me zorgen dat ik in dienst moest. Al vrij snel trok ik de conclusie dat de wereld radicaal moest veranderen en dat ik antikapitalistisch was – en dat allemaal in de bieb in Coevorden (Drenthe). Zo kwam ik bij de jongerenorganisatie Rebel terecht, net als Saskia. Rebel groeide in die vroege jaren ‘90 net van een hele kleine club naar een organisatie met meer dan 300 jongeren. Alles kwam daar bij elkaar: antiracisme, antimilitarisme, anti-kapitalisme, ideeën over socialisme. We lazen Marx en Trotsky’s geschiedenis van de Russische revolutie met zijn allen, we hadden scholingsweekenden en zomerkampen met honderden mensen uit heel Europa. Voor mij is dat een heel vormende tijd geweest. Het was ook een gekke tijd, zo kort na de val van de Muur. Rebel was verbonden aan de SAP en kwam voort uit een anti-stalinistische traditie. Wél revolutionair socialistisch, maar mét de analyse dat de Sovjet-Unie en ook communistisch China, als pogingen om tot het socialisme te komen, mislukt waren.

Saskia, jij komt uit dezelfde kringen?

SASKIA: Mijn links engagement begon ook via het pacifisme. Op mijn 16e schreef ik een brief aan een aantal jongerenorganisaties en van Rebel kreeg ik een lange brief over antimilitarisme terug. Ontzettend slim vond ik dat. Ik werd lid, en samen met een vriendin hadden we binnen no time een groep van zeker twintig jongeren verzameld. We voerden acties, praatten over de wereld en wat we wilden, en veel van ons waren ook actief in het jongerencentrum in ons dorp waar alle bandjes uit die tijd langskwamen. Het was een gave en vormende tijd waarin ik veel leerde en veel danste.

Een van de dingen die ik toen heb geleerd is om scherp te discussiëren op inhoud. Paul en ik zaten heel lang in de leiding samen en we waren het heel vaak niet met elkaar eens, maar dat heeft onze relatie zelden negatief beïnvloed. Ik merk nu regelmatig dat mensen meningsverschillen moeilijk vinden en het liever hebben over wat verbindt. In de traditie waar wij uit komen, is het juist belangrijk om precies te begrijpen vanuit welke normen, concepten, verlangens of belangen jezelf en die ander denkt. Om zo samen verder te kunnen denken over oplossingen of strategieën. Ik zou Linkse Liefde graag zien als een huis, waarin je met elkaar uitdiept wat er nu precies om ons heen gebeurt en hoe daar op te reageren.

PAUL: Er is in die periode echt iets opgebouwd. Veel mensen van toen zijn nog steeds actief, vaak op een heel andere manier of met andere ideeën. Ik zie ook nog veel mensen uit die tijd. Het laat goed zien hoe belangrijk het is om aan gemeenschappen te bouwen, zoals Anja [Meulenbelt] ook zegt. Linkse Liefde moet een wereldje zijn waarin je iets kunt leren en waarin je vertrouwen in elkaar hebt.

Herman, jij bent van een andere generatie. Hoe ben jij in links verzeild geraakt en welk traject heb jij afgelegd de afgelopen decennia?

HERMAN: Toen ik op mijn achttiende uit Venlo vertrok naar Nijmegen om te studeren, belandde ik midden in revolutionaire tijden. Studiemiddagen, bezettingen, films – alles ging over de revolutie in die jaren. De Vietnamoorlog die toen woedde was de eerste zichtbare oorlog; de meest verschrikkelijke beelden gingen voor het eerst via de televisie de wereld over. De bevrijdingsstrijd in Afrika, de burgerrechtenbeweging in de VS, enzovoort. Voor ons was het zonneklaar dat de wereld op kantelen stond. Maar welke kant moest het op? Dat was voor ons toen, zeg ik nu met enige gêne, Mao Tsetung. Hij had de honger in China opgelost en was bovendien tegen de Russische staatsbureaucratie. Vervolgens ben ik vrijwel mijn hele leven, ongeveer vijftig jaar, actief geweest voor de SP en zijn voorlopers. Dat laat je op je oude dag niet heel gemakkelijk los, al ik heb inmiddels wel veel aanmerkingen en kritiek op de koers die de SP de laatste jaren vaart. Misschien is het al langer gaande, maar het pleidooi van de SP voor vluchtelingendeals, hun klaagzang tegen kosmopolieten, het idee van ‘geen rassenstrijd maar klassenstrijd’ als reactie op antiracistisch verzet, hebben mijn ogen geopend. Doordat de SP ook de aansluiting met de klimaatbeweging verloor is ze de aansluiting met de jeugd kwijtgeraakt, terwijl zij de toekomst zijn. Dat de SP onder jongeren op maximaal twee zetels staat, is voor mij een indicatie van hoe ongelukkig de huidige koers is.

Het lijkt alsof radicaal-linkse, antikapitalistische ideeën iets van vroeger zijn. Mensen die zichzelf als progressief identificeren lijken zich ook prima thuis te voelen bij liberalere partijen als D66, of de nieuwe partij Volt. Wat is er gebeurd?

HERMAN: Ik denk dat het onrecht vroeger letterlijk zichtbaarder was. Neem milieuvervuiling: je kon toen echt in geen enkele rivier zwemmen, want dat was dodelijk door al het geloosde afval. En in de Vietnamoorlog bijvoorbeeld sneuvelden vijftigduizend Amerikaanse soldaten. Onlangs las ik een bericht waaruit bleek dat de Nederlandse luchtmacht sinds 2016 aan duizenden missies in het Midden-Oosten heeft deelgenomen. Wij merken daar niets van. Geen dode zonen die terugkomen. Mede door sociaaldemocratische maatregelen om het leed van het kapitalisme te verzachten, is dat leed uit beeld verdwenen. Tegenwoordig kan vrijwel iedereen, ook met een lager inkomen, een leuk speakertje op Amazon of Ebay kopen. Die leest misschien wel in de krant dat de eigenaar van Amazon hier miljarden aan verdient, maar dat is zo abstract dat je er niet warm of koud van wordt. Er is groot geweld en groot onrecht, en we horen en zien het niet. Dat is het knappe van het kapitalisme nu en het maakt het misschien wel gevaarlijker dan vroeger.

PAUL: Een ander belangrijk punt is dat het idee van revolutie simpelweg is vergeten. In de jaren ‘60 en ‘70 was revolutie of radicale verandering een concrete en geleefde ervaring. Je had Chili, Nicaragua, maar ook Spanje en Portugal, twee landen vlakbij waar we nu op vakantie gaan. Dat waren toen fascistische dictaturen, en de mensen hebben daar een einde aan gemaakt. Daarnaast had je in Frankrijk, Italië en Spanje massale communistische partijen met echte debatten, ook over hoe je de Sovjet-Unie moest beoordelen. In Nederland had je toen binnen de PvdA de opkomst van Nieuw Links, en er waren andere partijen die echte radicale verandering voorstonden. Er was dus een veel concretere notie dat de wereld echt moest veranderen. Maar dat idee en de actieve herinneringen aan radicale verandering is na de val van de muur verdwenen en een lange tijd weggeweest.

SASKIA: Mensen zijn ook, als reactie op het stalinisme, het maoïsme en het nazisme, huiverig geworden om zich te committeren aan een groot verhaal. En dat begrijp ik goed.

Wat volgens mij ook mee speelt, is dat wat tegenwoordig progressieve normen heten en een links sociaaleconomisch programma zijn losgekoppeld van elkaar. De ideologische heroriëntering van sociaaldemocratische partijen in de jaren ’90 leidde tot het loslaten van haar traditionele toewijding aan het verbeteren van de woon-, werk- en leefomstandigheden van de arbeidersklasse. Zij zetten dat toen tegenover zogenaamde ‘progressieve waarden’, zoals gelijkheid tussen man en vrouw, rechten voor homoseksuelen en lesbiennes en anti-racisme, om een breuk te forceren. Nu zijn dat twee verschillende manieren geworden om naar de samenleving te kijken. Waardoor het dus mogelijk is om, zoals D66 bijvoorbeeld, progressieve waarden te hebben en tegelijkertijd diezelfde mensen waar je heel erg voor bent, sociaaleconomisch onderuit te trekken.

PAUL: Ik ben het eens met wat Saskia zegt, maar de rol van linkse politieke partijen moet je ook niet overschatten. Politieke partijen zijn in mijn ogen eerder een uitdrukking van een veranderde tijdsgeest dan andersom. Maar dat is wel een probleem, want dat betekent ook dat die partijen geen leiding geven. Bij de SP zie je die neiging om representatief te zijn voor de verbeelde achterban erg goed. Het verklaart ook de weerstand om zich uit te spreken over zwarte piet bijvoorbeeld, omdat ze denken dat hun achterban dat niet wil. Dat is een representatieve politiek in plaats van wat je een voorhoederol zou kunnen noemen. Ik denk dat je niet alleen moet representeren wat het volk al vindt; je moet ook vorm geven aan wat mensen in de toekomst gaan vinden. Anders kun je er net zo goed mee ophouden.

Dat klinkt allemaal ernstig. Waar putten jullie dan hoop uit voor links?

HERMAN: Ik put de laatste tijd echt honderd procent hoop uit onze jeugd. De klimaatbeweging, Black Lives Matter en de antiracismebeweging wordt gedragen door de jeugd en is bovendien gebaseerd op principes van gelijkwaardigheid en solidariteit. Dat stemt mij ronduit optimistisch en voor zover ik daar iets aan kan bijdragen op mijn oude dag, doe ik dat met alle plezier. Wat mij betreft komt er nog veel meer uitwisseling tussen linkse partijen en bewegingen op gang, zodat we niet alleen van elkaar kunnen leren, maar ook een hoopgevend, krachtig, werkend antwoord op het kapitalisme kunnen formuleren waarmee we de boer op kunnen.

SASKIA: Ik heb eerlijk gezegd niet veel hoop op het moment en zie de toekomst niet met vertrouwen tegemoet. Er is geen echte urgentie over de klimaatcatastrofe die op ons afkomt en die de planeet en al onze levens gaat ontwrichten op sociaal, politiek en economisch vlak. Mijn manier om daar mee om te gaan is te proberen actief vorm te geven aan de wereld. Voor mijzelf is politiek actief zijn een goede en noodzakelijke manier om zin te geven aan mijn leven. Ik vind ‘kameraden’ ook een hele prettige sociale relatie om te hebben met andere mensen. Dan ben je geen collega’s, geen vrienden, geen familie of geliefden, maar je hebt een gemeenschappelijk politiek engagement. Vanuit die gedeelde ervaring en inzet ontstaan sociale en ook politieke relaties. Ik zou het fijn vinden als Linkse Liefde zoiets kan zijn: een plek waarin je al die discussies en uitwisselingen met elkaar kunt hebben die nodig zijn de wereld te begrijpen en veranderen waar je ook die verschillende politieke en sociale relaties met elkaar kunt aangaan.

PAUL: Ik ben ook pessimistisch eerlijk gezegd, en volgens mij is dat ook noodzakelijk, want de tegenstander is groot en weerzinwekkend: dat is gewoon het kapitalisme. Maar ik ben het ook met Herman eens dat de wereldwijde antiracismebeweging hoopgevend is. Volgens mij zitten we in een opwaartse beweging waarin mensen juist weer méér overtuigd zijn van de noodzaak van radicale verandering. Voor mij staat vast dat er een periode van politieke herstructurering aankomt. De huidige situatie, met vier of vijf politieke partijen op links, is onhoudbaar en de vraag is wat we willen. Linkse Liefde is wat mij betreft een project dat zich hierop voorbereid: hoe gaat radicaal-links eruit zien in de komende jaren. Dat betekent niet dat we een beslissing moeten nemen hierover. Dat lijkt me onverstandig want dan vallen we meteen uit elkaar, maar wel dat we het debat moeten starten.

Linkse Liefde wil een bijdrage leveren aan een herleving van linkse idealen en een platform bieden aan activisten, aan doeners en denkers die zich inzetten voor een radicaal andere samenleving. Steun ons met een financiële bijdrage.