Registratie Linkse Liefde #5: van Kabul tot Tweebosbuurt

Zondag 26 september (15.30u) vond de vijfde aflevering plaats van het politiek-cultureel café Linkse Liefde – hét platform om te praten over radicale verandering en de toekomst van links. En voor de eerste keer niet enkel online maar ook live mét publiek!

  • We bespreken de ontwikkelingen in Afghanistan en de lessen die daaruit getrokken moeten worden. Met Sadet Karabulut, voormalig Tweede Kamerlid SP en schrijfster van “Een pen tegen permanente oorlog” en Qader Shafiq, ooit vluchteling uit Afghanistan en nu directeur van Bureau Wijland, partner in diversiteit en duurzaamheid.
  • Schrijfster Anja Meulenbelt geeft een korte lezing over waarom feminisme noodzakelijk is voor Links. (Voor tekst zie onder.)
  • En daarnaast bespreken we de wooncrisis, het recht op de stad en de protesten die nu eindelijk losbarsten! Dit doen we met Mustapha Eaisaouiyen (Recht op de stad/Tweebosbuurt Rotterdam) en Melissa Koutouzis (Woonprotest/Transnational Institute), onder leiding van Harriet Bergman.

Tekst Anja Meulenbelt

Het is een heel oud thema, de verhouding tussen feminisme en socialisme. Het is zelfs ouder dan ik. Mijn eerste werkje heette feminisme en socialisme. Dat is nu een halve eeuw geleden. Daarin beweerde ik dat feminisme niet zonder socialisme kan en socialisme niet zonder feminisme.

Ik beweer dat opnieuw. Want ik constateer dat die boodschap nog steeds niet werkelijk is aangekomen.

Ik denk daarbij aan die man die meeliep in een demonstratie voor de legalisering van abortus, heel lang geleden, die ik tegen een vriend hoorde zeggen: ik heb er niets tegen als vrouwen zich emanciperen. Als ik er maar geen last van heb.

Het hoort bij de belangrijkste taken in mijn leven om er voor te zorgen dat mannen wel last van mij hebben, maar tegelijk, om duidelijk te maken dat ook zij er uiteindelijk belang hebben bij werkelijke gelijkwaardigheid. Als we er tenminste van uitgaan dat we gezamenlijk staan voor een rechtvaardiger samenleving.

Als eerste wil ik proberen wat aan de beeldvorming over feminisme te doen. Er is namelijk niet maar één soort feminisme, en dat is er ook nooit geweest. Maar tegenwoordig lijkt het wel alsof feminisme alleen maar gaat over meer vrouwen naar de top van de politiek en van het bedrijfsleven, en over de boodschap dat vrouwen met een parttimebaan luie prinsesjes zijn.

Vraag mensen wat ze verstaan onder feminisme. De meesten zullen zeggen: dat gaat over gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Daar zijn ze natuurlijk, progressief als we tegenwoordig allemaal zijn, helemaal voor. Voor gelijk loon, bijvoorbeeld. Dan vraag ik: met welke mannen vergelijk je dan het loon van vrouwen? Aan welke mannen moeten vrouwen dan gelijk worden? Dan is het even stil. Tja, dat mevrouw de minister niet evenveel wil verdienen als haar chauffeur, daar hadden ze nog niet aan gedacht. En ook niet dat de vrouwen achter de kassa in de super, die nu ook al aan het verdwijnen zijn, er niet veel mee opschieten als we hun loon vergelijken met dat van de jongens die de vakken vullen. Wat heb je aan gelijk loon als dat loon voor beide seksen veel te laag is?

Het punt is dat we zonder ervan bewust zijn, vrouwen en mannen vergelijken binnen hun eigen beroepsgroep en binnen hun eigen klasse. Dat is wat er mist, in dat simpele praten over gelijkheid. Er is namelijk ook een enorm klassenverschil, ook tussen vrouwen.

Neem het overbekende probleem voor vrouwen, zeker als ze kinderen hebben, hoe je werk en gezin combineert. Een probleem dat nog steeds niet is opgelost. Tenminste, niet voor vrouwen zonder topinkomen. Hedy d’Ancona, en ik zeg erbij, toffe vrouw, ik heb niks tegen haar, kon het zich veroorloven om door de week in het Europese Parlement in Brussel te gaan zitten, door een huishoudster in te huren die voor haar twee tienerkinderen zorgde als ze weg was. Vraag 1 is dus wie zich een huishoudster kan veroorloven en vraag 2 is of ons soort feminisme er ook is voor die huishoudster. Of leggen we ons er bij neer dat de ware emancipatie alleen is weggelegd voor hoogopgeleide witte vrouwen? Ik dacht het niet.

Zoals de feministen van het manifest “feminisme voor de 99%” ook zeiden: het is mooi als er een vrouw door het glazen plafond heen breekt, maar wie is het die daarna de scherven bij elkaar veegt?

Geen feminisme zonder socialisme dus, of om het in hedendaags taalgebruik te zeggen: in ons gecompliceerde leven is het niet mogelijk om het niet tegelijkertijd te hebben over klasse, kleur en gender. We noemen dat tegenwoordig intersectionaliteit.

Maar nu dat socialisme. Lukt het daar ook al een beetje om duidelijk te maken dat het met de revolutie nooit gaat lukken wanneer we het alléén maar over klasse hebben, en vergeten dat het proletariaat niet alleen bestaat uit witte mannen? Zeker na de coronacrisis is duidelijk geworden wie het waren die er voor gezorgd hebben dat ons leven nog door kon gaan. De mensen in de zorg, de pakketbezorgers, schoonmakers, de mensen in de supermarkten. De onmisbaren, over het algemeen bestaand uit slechtbetaalde en behoorlijk uitgebuite en misbruikte mensen. Waarvan we, als we eerlijk zijn, ook nog op moeten merken dat die voor een heel groot deel bestaan uit vrouwen, migranten en mensen van kleur.

Dat begint nu een beetje te dagen. Ik zie tot mijn plezier dat Khadija Hyati, moslima, socialist, feminist en altijd actief tegen racisme, opnieuw is gekozen tot president van het schoonmakersparlement, en nu het boegbeeld is van de actie voor de onmisbaren van de FNV.

Maar we zijn er nog niet, ook niet als deze blinde vlek langzamerhand verdwijnt. Er is nog een andere, en een belangrijke. Een van mijn eerste inzichten die van mij een hardnekkige feministe en socialiste maakte is dat de splitsing tussen wat we ’thuis’ en wat we ‘werk’ noemen geen natuurlijke is. Het is een gevolg van de kapitalistische industrialisatie dat al het productieve werk uit huis is verdwenen naar de fabrieken en bedrijven, en dat de zorg voor het gezin in huis achterbleef. Daarmee ontstond ook een grotere kloof tussen mannen – de kostwinners, en vrouwen – de moeders en huisvrouwen, en tegelijk ook een grote kloof tussen socialisme en feminisme, die zich tot verschillende mensengroepen en verschillende gebieden beperkten en de samenhang niet zagen.

De huisvrouw, waarvan haar man trots zei: ‘mijn vrouw hoeft niet te werken’, is een tamelijk modern verschijnsel en nu alweer op zijn retour. Vrouwen werken tegenwoordig ook buitenshuis. Dat is niet alleen emancipatie, ze moeten wel. Maar mijn naïeve verwachting dat wanneer vrouwen meer buitenshuis zouden gaan werken mannen vanzelfsprekend meer binnenshuis zouden gaan doen is niet uitgekomen. Vrouwen doen nog steeds het leeuwendeel van dat wat we geen werk noemen maar liefde. Onze oude vriend Marx had daar een term voor: dat noemde hij de reproductie van de arbeidskracht, en het was duidelijk dat het kapitaal niet zou kunnen bestaan als er niet gezorgd zou worden voor de volgende generatie arbeiders, als de vorige versleten zou zijn. Alleen dacht Marx dat we ons daar als socialisten niet druk over hoefden te maken, omdat de arbeiders altijd wel uit zichzelf bereid zouden zijn om zich voort te planten.

Zo leven we nu in een wereld waarin vrouwen horen te werken alsof ze geen kinderen hebben, en hun kinderen moeten verzorgen alsof ze geen werk hebben.

Die spanning tussen betaald werk, en onbetaald werk, (of in het marxistisch jargon, tussen productie en reproductie) speelt ons nog steeds parten. Ik werk als vrijwilligster met alleenstaande moeders, die voor een onevenredig groot deel op of onder de armoedegrens leven met hun kinderen. Wie de aangrijpende documentaire heeft gezien, ‘Alleen tegen de staat’, weet hoe moeders ontzettend klem gezet kunnen worden in deze harteloze neoliberale samenleving.

Het gaat hierbij om veel meer dan alleen te proberen een betere regeling te treffen voor vrouwen die kinderopvang nodig hebben om te kunnen werken. Het gaat ook om meer dan een betere betaling van zorgwerkers, en de verhoging van het minimumloon. Het gaat om een collectieve en fundamentele mentaliteitsverandering, waarbij we ons opnieuw bewust afvragen wat van waarde is. Niet alleen dat waarmee winst gemaakt wordt. Kinderen krijgen bijvoorbeeld, is geen privéhobby, maar een belangrijke bijdrage aan de voortzetting van onze maatschappij. Daar horen vrouwen niet voor bestraft te worden. En dat hoort niet alleen het feminisme maar ook links zich aan te trekken.

Feministen moeten beter begrijpen dat ze een heel groot deel van de vrouwen in de steek laten als ze alleen bezig zijn om voor zichzelf een beter plekje te veroveren in dit neoliberale systeem, en de klassenverschillen over het hoofd zien. En socialisten moeten eindelijk begrijpen dat ze de klassenstrijd te beperkt opvatten als ze alleen kijken naar loonarbeid, geen oog hebben voor de verschillen ook tussen werkende mensen en geen oog hebben voor alle onbetaalde zorg die maakt dat het kapitaal vrolijk door kan gaan met onze uitbuiting.

De klassenstrijd vindt niet alleen plaats op de werkvloer, maar ook, gewoon, bij de mensen thuis.

Ik heb gezegd.

___________________________________________________________

LINKSE LIEFDE ✊❤️
wil een bijdrage leveren aan een herleving van linkse idealen en een platform bieden aan activisten, aan doeners en denkers die zich inzetten voor een radicaal andere samenleving.
Linkse Liefde wordt gehost en mede mogelijk gemaakt door cultureel buurtcentrum Ru Paré in Amsterdam Slotervaart (Chris Lebeaustraat 4). Ru Paré biedt een podium voor debat, literatuur, spoken word, theater en muziek. Ru Paré staat voor inclusie en sociale rechtvaardigheid: solidariserende buurteconomie en coöperatieve samenwerking. 

Volg Linkse Liefde op:
☞ facebook: https://www.facebook.com/cafelinkseliefde
☞ twitter: https://twitter.com/LiefdeLinkse
☞ instagram: https://www.instagram.com/linkse.liefde
☞ YouTube: https://www.youtube.com/c/LinkseLiefde
☞ website: www.linkseliefde.nl

Steun ons met een financiële bijdrage. Echt even doen, is hard nodig!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *